Pie Schurgers uit Heer:
voor 3e keer Marathon kampioen Fondclub Midden – Limburg
Wanneer ik op pad ga naar een groot kampioen bereid ik me altijd voor op
wat me te wachten staat. Zo zoek ik altijd op Wikipedia waarom de plaats
van mijn gastheer zo heet en wat mogelijk de omgeving voor een historie
heeft. Heer (Limburgs: Hier)
is een voormalig dorp en was tot 1 juli 1970 een zelfstandige gemeente. De
naam Heer betekent 'zandige heuvelrug'. Tegenwoordig is het een stadswijk,
gelegen aan de zuidoostelijke rand van de Nederlandse stad Maastricht.
Heer stond me al langer bekend door Marcel Braakhuis, de man die het
‘Gouden Koppel’ had, doffer ‘Ijzeren 72’ maal ‘ Oude Zwarte’- duivin.
Ouders van de Beste overnacht duif WHZB 1978 en ‘De Zwarte Dax’, een van
de’ Zwarte Moordenaar’s, won o.a.: 1e nationaal Dax 11.211 d.
in '83 (Noord+Zuid), 188e nationaal Dax 1981 en in 1982 won
hij o.a. 19e nationaal St. Vincent en 28e nationaal
. Dax 11.544 d.
Vandaag was ik te gast bij Pie Schurgers en zijn Anny. De man die in 2014
de boeken in zou gaan door voor de 3e keer het marathon
kampioenschap van de sterke Fondclub Midden – Limburg te winnen. Daarnaast
won hij ook nog de nationale marathon en Internationaal Agen 2014 met
zijn’ Tobias’.
Tegen half elf belde ik aan in de Demerstraat 18. Een man van eind 70 deed
de deur open. Mijn vriend Willem Tiellemans en ik werden hartelijk
ontvangen en nadat vrouw des huizes Anny werd voorgesteld en namen we
plaatsen. Het drinken werd snel op tafel gezet. Meteen merkte ik hoe
vitaal beide zeventigers waren. Pie was naast erg muzikaal, voetballer en
uitvoerder in de bouw en tijdens ons bezoek een zeer rustig gastheer, die
van wal stak met verhalen van toen. Zijn start met duiven staat in zijn
geheugen gegrift als de dag van gisteren. Vol respect sprak hij over zijn
grootvader. De man had in de oorlog de ring van zijn duiven af moeten
geven. Daarentegen werd dit koppel duiven niet opgeruimd. Aan het einde
van de oorlog werd er met deze duiven een herstart gemaakt en Pie speelde
tot 1953 samen met zijn grootvader en ging vervolgens tot 1957
(diensttijd) zelfstandig verder. Ondertussen woonden zijn ouders in een
etagewoning en was de duivensport over. In 1959 leerde Pie zijn vrouw
Anny kennen.
Zijn schoonvader had een lekkend dak en vroeg Pie hem te helpen. Met het
naar boven gaan zag hij een prachtige zolderruimte en dat werd een
zolderhok. Pie ging programma spelen en dit ging hem fantastisch af. In
1987 won hij Nationaal Orleans jonge duiven, wat in die tijd een enorm
aanzien gaf.
De
koninginnevlucht der Junioren winnen was een klasse apart. In die periode
leerde hij drie gevestigde namen uit de Limburgse duivensport en op
nationaal niveau kennen. De te vroeg overleden Pierre Schlangen, winnaar 1e
nationaal Barcelona 1990, Jan Cobben, de man die Limburgse duivensport
mede haar gezicht gaf en Lei Kurvers, de man van de elite combinatie
Kurvers – De Weerd uit Hulsberg. Deze heren kregen Pie zover de overstap
naar de grote fond te maken. Daar hij er geen gras over liet groeien
kwamen de eerste duiven van Lei al in 1988 de hokken bevolken. Het zou
toch tot 1993 duren voordat Pie de laatste programmavlucht speelde.
Ondertussen bracht Lei ieder jaar versterking naar Heer en dat alleen uit
de allerbeste, die in Hulsberg zaten.
Pie met “Ad” een weergaloze klepper NL09–1499437, 4e nat.
Tarbes 2013 – 7e nat. Dax 2014.
Daarbij hadden Lei en Pie een zogenaamde click en werd er van de zijde van
Lei alle tips en raad gegeven om beter te gaan spelen.
Het
hokbestand is beperkt en alleen van het beste komt de winter door. Een
groot deel van de duiven komen van Lei. Bijvoorbeeld een dochter van de
‘Malaysia King’ 1e internationaal Perpignan 2004. Zo werd er
in 2000 een koppel duiven aangeschaft van wijlen Evert Glazenburg. De
doffer van dit koppel was een kleinzoon van zijn ’Droomkoppel’. De
aanschaf was perfect, want momenteel voeren veel duiven het bloed van
deze duif in hun afstamming. Ook duiven van Hubert en Riet Jongen uit
Kerkrade, een doffer Jac Winkens Itteren en een duivin Lambert van Bogaert
uit Maastricht vormen mede de fundering van dit kampioenenhok.
Het
seizoen
Het
seizoen begint met zo’n 25 ŕ 30 weduwnaars. Met de duivinnen wordt hier
jammer genoeg niets gedaan. Deze duivinnen worden volledig verzorgd en en
de hokken gekrabd door vrouw Annie. Je kunt meteen zien dat er een vrouw
over de hokken loopt, want alles is in de rustige periode tiptop schoon.
Daarentegen is in de periode van het actieve seizoen de manier van
verzorging anders. Pie observeert de duiven tijdens het trainen en dan
wordt zeker niet gekrabd. Wanneer de duif gekorfd wordt , wordt zijn
broedhok zuiver gemaakt. De jonge duiven worden vijf nalijn vluchten
gespeeld en als jarige doffers worden ze alleen op de vitesse en midfond
gespeeld. Ze krijgen geen dagfond vluchten. Wel mogen er vier naar ZLU
Agen.
De
oudere weduwnaars worden opgeleerd op de tussenvluchten en worden zowel
op ochtendlossing als middaglossing gespeeld. Daar wordt hier niet naar
gekeken.
Deze weduwnaars worden gekoppeld volgens een oud ritueel van zijn
grootvader. Wanneer het in maart de ‘Nieuwe maan’ is of te wel ‘Het Eerste
Kwartier’ zich aanbiedt worden de duiven bij elkaar gezet. De kans op
doffers is groter en de duiven paren makkelijker aan. De eieren van de
oudere weduwnaars worden bij de jaarlingen gelegd en mogen deze
grootbrengen. Daartegen broeden de oudere doffers zo’n veertien dagen en
mogen dan opnieuw beginnen. Wanneer deze doffers overbroeden en er
vervolgens eraf lopen wordt alles opgeruimd. Dit is zeker goed voor het
behouden van de pennenstand. In die periode krijgen de duiven veel
groenten van wortelen, prei tot koolrabi.
Begeleiding is eigenlijk niet zo ingewikkeld. De duiven worden begeleid
door Vincent Schroeder, waar ook de mest wordt onderzocht. De duiven
krijgen op de dag van inkorven een Belga Magic van Belgica de Weerd en
het jaar rond verse groente. Midden in het seizoen wordt de rookblok van
Koudijs in de hokken gebruikt.
Zicht op de hokken
Spel: Zoals al eerder gezegd, wordt hier het klassiek weduwschap gespeeld
met doffers. Op de programmavluchten wordt niet getoond. Op de grote
drachten altijd en dan variërend van vijftien tot een half uur getoond.
Bij thuiskomst is dat geheel anders. De duif die thuiskomt wordt van het
hok gehaald en in een quarantaine hok gezet. Dit om alles uit te sluiten.
Gezien de leeftijd, gezondheid en vorm worden de oude doffers drie ŕ vier
keer per seizoen op de overnacht gespeeld.
Voeding: Dit gebeurt het gehele jaar op een wat sombere manier. Van
Robaeys en dan zonder peulvruchten, wat zelf aangevuld wordt met Bordeaux
maďs. Het voer uit Izegem België voldoet prima en wordt voor het inkorven
aangevuld met wat pinda’s.
Toen ik op de klok keek werd het tijd weer op te stappen. We waren twee
uur verder en we hadden kennis gemaakt met mensen die passie en liefde
voor de duivensport hoog in het vaandel hebben staan.
Tekst en foto’s Henri Wittens
|